persoonsvorm


Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Als je een zin gaat ontleden, begin je altijd met de .

Waarom? Omdat je die nodig hebt voor het verdelen in zinsdelen ("streepjes zetten"), en voor het vinden van het onderwerp.

Hoe vind je de persoonsvorm?

Waarschijnlijk heb je geleerd: door de zin te maken. Het woord dat dan komt te staan, is de .

Voorbeeldzin: We zitten nu in de brugklas.
Vragend maken: we nu in de brugklas?
Het eerste woord () is dus de persoonsvorm.

Dat klopt, en met de simpele zinnetjes van de basisschool kwam je hier altijd wel uit.

Maar je bent niet naar het voortgezet onderwijs gekomen om het bij simpele zinnetjes te houden.
Wat dacht je van deze: Hoewel we het ons nauwelijks kunnen voorstellen, zitten we toch al in de brugklas.

Je ziet dat je er nu niet meer uit komt door de zin te maken.

Maar geen nood, want er is een veel betere manier om de te vinden.
En die manier is niet eens ingewikkeld. Het enige wat je moet doen is de zin in een andere TIJD zetten.

Dus: Hoewel we het ons nauwelijks kunnen voorstellen, zitten we toch al in de brugklas.
wordt: Hoewel we het ons nauwelijks voorstellen, we toch al in de brugklas.

Het werkwoord dat verandert, is de . Is dat simpel of is dat eenvoudig?
Hé?! persoonsvormen in één ? Dat kan toch niet?

Nee, dat klopt, of eigenlijk niet. Het zijn namelijk twee zinnen, dus staat er in elke zin toch maar .
Maar dat is nu nog te moeilijk. Met dit soort zinnen gaan we pas in de tweede klas aan de slag.

Overigens is de persoonsvorm geen zinsdeel. Hij is altijd onderdeel van het .
Dat is de reden dat je hem altijd dubbel benoemt: pv en gezegde.
Zinsdelen kun je maar één keer benoemen. Een onderwerp kan niet ook nog eens lijdend zijn!

LEERPUNTEN:
1. Bij het ontleden begin je altijd met de
2. De beste manier om de pv te vinden is door de zin in een andere te zetten
3. De pv is geen . Daarom moet hij ook altijd deel uitmaken van het .