bijvoeglijke bepaling


Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Op de basisschool heb je waarschijnlijk het naamwoord geleerd.

Dat heeft twee kenmerken:
1. het staat altijd voor een
2. het geeft een of van dat aan

Goed nieuws! De bijvoeglijke bepaling (BVB) lijkt daar heel erg veel op. Er zijn maar twee verschillen:
1. de BVB kan ook ACHTER een staan
2. de BVB kan uit meer woorden bestaan

Net als het bijvoeglijk naamwoord vind je de BVB door bij elk zelfstandig naamwoord de vraag WELK(E) te stellen.

De BVB is (net als de ) geen zinsdeel.
Hij kan dus voorkomen bij ONDERWERP, LIJDEND VOORWERP, MEEWERKEND VOORWERP, BIJWOORDELIJKE BEPALING en zelfs bij de BIJVOEGLIJKE BEPALING.
Hier volgt van elk een voorbeeld. Noem elke BVB in de juiste volgorde. Vul XXX in, als er geen meer is.
ON - Het kleine meisje van vier jaar stootte zich. , ,
LV - Ik heb het veel te lange gras van onze buurman gemaaid. , ,
MV - Geef je oudste buurmeisje met die paardenstaart haar pop terug. , , (JE niet, want dat geeft geen eigenschap aan)
BWB - In die hoge toren op het plein schijnt een geest te huizen. , , (DIE niet, want dat geeft geen eigenschap aan)
BVB - Het gras in de tuin van onze buurman staat erg hoog. , , (ONZE niet, want dat geeft geen eigenschap aan)


LET OP!
Een BVB staat altijd vlak (onmiddellijk, direct, meteen) of een zelfstandig naamwoord.

Een bijvoeglijke bepaling geeft een EIGENSCHAP aan van een zelfstandig naamwoord.
Problemen met wat een eigenschap is? Daar kun je vaak ERG(E) voor zetten. Kijk maar:
DIE GROTE TAFEL VIND IK HEEL MOOI
GROTE is een BVB, want het geeft een eigenschap aan (de erg grote tafel)
DIE is geen BVB, want het geeft geen eigenschap aan (de erg die tafel - dat kun je niet zeggen)

LEERPUNTEN:
1. Een bijvoeglijke bepaling kan en een zelfstandig naamwoord staan
2. Een bijvoeglijke bepaling kan uit woorden bestaan
3. Een bijvoeglijke bepaling geeft een of van een zelfstandig naamwoord aan
4. Een bijvoeglijke bepaling staat altijd voor of achter een zelfstandig naamwoord
5. Je vindt de bijvoeglijke bepaling door bij elk naamwoord de vraag te stellen