wat veel fout wordt gedaan

In de volgende woorden maken mensen vaak fouten.
Bekijk ze goed, zodat jij die fouten niet maakt.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Ze krijgen altijd -en

Voorbeelden:
katoenen stof
koperen leiding
metalen robot           

Uitzonderingen: aluminium, plastic

De uitgang -en geldt ook voor bijvoeglijke naamwoorden die van een sterk werkwoord afkomstig zijn:

Voorbeelden:
verdwenen personen
verzonnen verhalen
gebroken servies
 

bijvoeglijke naamwoorden op -ies en -eus

Voorbeelden: precies - precieze
                      luxueus - luxueuze

 

oude naamvalsvormen
(schrijf nooit het zelfstandig naamwoord met een n!)

te allen tijde                           

in koelen bloede                    

in groten getale

te zijner tijd                            

met voorbedachten rade       

in levenden lijve

te uwer informatie                 

bij dezen

 

En dit doe je natuurlijk nooit:

me (mijn) moeder

hij zij (zei)

egt (echt)

daarnaar (daarna) doe ik dit

ik ga na (naar) school

hij werdt (werd) boos (in vt NOOIT dt!)

hij wilt (wil) (SMURFregel geldt niet voor hulpwerkwoorden)

ik hoor wel is (eens)

en die (hij) zei

hardstikke (hartstikke)

het gebeurd (gebeurt)

hele (heel) grote ogen (heel = zeer)

S 'morgens ('s Morgens)

geen (niet) eens

We gaan daar naartoe (naar toe)

er in, er door, er uit (erin, erdoor, eruit)