DE APEN ZIJN GAAR!
De apen zijn gaar! Ik heb het helemaal zat gehad. Ik gooi nú mijn kont in de krib! Ieder kent momenten in zijn leven, dat hij door de rotte appel heen moet bijten. Bij mij is dat moment nu gekomen. Ik moet tegenover u mijn gal kwijt over al die over het paard gevallen radio- en tv-presentatoren.
Ze verdienen een vijg uit de pan, omdat ze niet in staat zijn, goed Nederlands te spreken. Ze blijken er geen sjoege van gegeten te hebben. Ze weten van toeten noch bellen. Je kunt als luisteraar wel denken: "Och, dat geeft niets uit" of "Dat slaat nergens over", maar vaak weet ik door dat gesjochte Nederlands niet, hoe de steel ervoor staat in het nieuws.
De meeste kijkers en luisteraars denken er niet bij stil. Maar ik heb er mijn sik vol van. Ik durf er mijn kop voor in het vuur te steken, dat die omroepmensen vaak zélf niet in de gaten hebben, wat ze fout doen. Misschien ben ik wat te heetgeblakerd, maar intussen ken ik mijn eigenheimers wel. Een schot voor open boeg is hard nodig.
Immers, in veel bijdragen van radio- en tv-verslaggevers vinden we de hond in de pot. Het sop lijkt de geit niet waard, maar daar vergist u zich. Het correct gebruik van de Nederlandse taal staat al veel langer op droog zaad. Sterker nog, we vinden het allemaal maar gewoon. D'r kraait geen hond naar. Maar als we niet oppassen, prijzen we onszelf uit de boot.
Ik geef een paar voorbeelden van wat ik onlangs op de radio hoorde (Radio 1, do 18/11).
In een middagactualiteitenprogramma meldde een verslaggever dat "de onderste steen boven water moest komen" .
Een halfuur later kwam de volgende zinsnede langs: "Ik kan er geen touw op trekken". En weer iets later: "We springen uit de pas".
Heel geestig vond ik de passage (ook op de radio) "iemand een koekje uit eigen doos geven".
Het lijkt een volkomen natuurlijke opmerking, want iedereen pakt wel eens een koekje uit een doos. Aanvankelijk had ik dan ook niet in de gaten dat er iets fout zat. Het drong pas later door. "Een koekje van eigen deeg" en "een sigaar uit eigen doos" zijn verkeerd gemengd.
We moeten als kijker of luisteraar kritisch blijven ten aanzien van het Nederlands op radio en tv, want als we niet uitkijken laten we ons zó een loer aannaaien. Je denkt er vaak niet bij stil, maar soms ben ik helemaal infuus van de taalkundige stommiteiten. Anderzijds geef ik een foutloze spreker in gedachten wel eens een staande ovulatie.
Uiteraard spreek ik zelf ook geen vloeibaar Nederlands, maar ik werk dan ook niet bij de radio of tv. Ik werk bij de schrijvende pers. Dat vaccineert me méér.
Mijn suggestie aan de radio- en tv-baronnen is: geef je mensen nu eens een deugdelijke opleiding Nederlands. Leer ze schrijven, leer ze formuleren. Dat kost placenta, maar dan héb je ook iets. Mij is het met de paplepel ingeslagen. Daarom is mijn Nederlands zo aanbiddelijk.
Gaat er al een lampje bij u rinkelen? Misschien kunt u mijn standpunt niet door de beugel tolereren, maar dan bent u waarschijnlijk iemand die met alle wateren meepraat en die geen blaffende honden wil wakker maken. Het is hoogst noodzakelijk, dat die verspreekwoorden aan de kaak worden gesteld. Of dat windeieren aan de dijk legt? Nou, dat bepaal ik zelf wel uit.